Opstaan, een voordracht op Pasen.
voor kinderen en andere mensen.

Opstaan, een voordracht op Pasen. voor kinderen en andere mensen. “Opstaan!”, roept je moeder of je vader, of de wekker, elke dag opnieuw. Want elke avond ga je weer liggen en elke morgen moet je weer opstaan. Naar school, naar een volgende school, naar je werk of naar nergens. Maar opstaan moet je, vroeg of laat.

Heel je leven is één grote beweging van steeds maar weer gaan liggen en steeds maar weer opstaan. Plat en omhoog, ziek en weer beter, het leven is vallen en opstaan. Totdat je, net als alle mensen, voor de allerlaatste keer gaat liggen. Soms gaat dat opeens, heel onverwacht. Vaak gaat dat langzaam, als je oud bent. Dan lig je neer om niet meer op te staan.

Nooit meer? Sommigen zeggen van wel. Zij zeggen dat je dan toch ligt te wachten op een stem die roept: “Opstaan jij!” Een vriendelijke, vreemde stem, die je alleen maar hoort als je zo ligt. Ze zeggen dat je dan weer op gaat staan en dingen ziet die je nog nooit zag. Dan ben je waar je nog niet eerder was.

Die mensen zeggen er nog bij dat ze het niet zelf verzonnen hebben, alleen omdat ze het zo graag willen. En dan vertellen ze een oud verhaal over een mens die was gaan liggen, die stem hoorde, en toen opstond. Omdat hij wist van wie die stem was; die had hij heel zijn leven al gehoord.

Het was een stem die zei dat de mensen geboren zijn voor vrede en liefde, en niet voor oorlog, haat en narigheid. Hij vertelde van wat hij gehoord had, maar hij moest al gauw zijn mond houden. Dat deed hij niet, natuurlijk niet. Tenslotte hebben ze hem doodgemaakt; zijn vrienden legden hem neer, voorgoed.

Toen hoorde hij die stem: “Opstaan!” En hij stond op, ging naar zijn vrienden, en zij herkenden hem, toen, en later, en weer later, steeds opnieuw, nu nóg.

Daarom oefenen zij zich vast in het opstaan en zij leggen zich niet bij alles neer. Zij zeggen néé, als iemand een ander slaat. Ze staan op als blanke mensen zeggen dat zij meer waard zijn dan zwarten. Ze protesteren als mensen met veel geld niet samen delen met arme mensen. Ze leggen zich er gewoon niet bij neer, als de één machtiger wil zijn dan de ander. Ze zeggen nee tegen die rare bommen en tegen eten uit plastic, en tegen stinkende lucht of gif in de grond, en tegen teveel om allemaal op te noemen.

“Lastige mensen,” vinden andere mensen, “je moet niet altijd zo opstandig zijn!” Maar zelf zeggen zij: wij kunnen niet anders, en dat komt door dat oude verhaal. Hij is opgestaan, zeggen ze, echt opgestaan! En waarom wij dan niet?

Corry Nicolay is PKN predikant in Friesland