Trouw Krantenarchief, 5 november 2010

Christenen verdienen de ruimte om met moslims te bidden

In Friesland houden protestanten en moslims één keer per jaar een gezamenlijke viering, afwisselend in een kerk en een moskee. De deelnemers vinden het vanzelfsprekend om tijdens die ontmoeting ook samen te bidden – dat is immers een wezenlijk element, zo niet het hart, van een religieuze viering.

Aan die praktijk komt een einde als de Protestantse Kerk in Nederland volgende week de nota over de islam aanneemt zoals die is opgesteld door Bernhard Reitsma, bijzonder hoogleraar ’de kerk in de context van de islam’. Zijn rapport gaat over meer dan het gebed. Hij roept christenen ook op het contact te zoeken met moslims, zich samen met hen te weer te stellen tegen secularisering en zich samen in te zetten voor de vrijheid van godsdienst en voor maatschappelijke doelen.

Die open benadering is prijzenswaardig, zeker omdat de nota de zorgen in de kerk over de islam als uitgangspunt neemt. In het stuk wordt zelfs onomwonden gesproken van angst voor islamisering, een zorg die in de politiek alleen zo wordt verwoord door PVV-leider Wilders. Die heeft ook onder leden van de Protestantse Kerk aanhangers. Vanuit dat gezichtspunt is een oproep de angst te verruilen voor contact een moedige daad.

Het stelt echter teleur dat Reitsma deze benadering beperkt tot wereldlijke activiteiten van gelovigen. Van samen geloven kan volgens hem geen sprake zijn. Over interreligieuze vieringen heeft hij grote twijfels, die ’kunnen niet zomaar in elkaar worden geschoven’. De grens ligt bij het gebed. Vooral omdat de islam Jezus slechts ziet als profeet, verschilt die godsdienst zó van het christendom, dat samen bidden onmogelijk is. Bidden kan niet met, maar hoogstens ’naast’ elkaar, aldus de nota.

Wellicht wreekt zich hier dat Reitsma het rapport alleen heeft geschreven. Het kan best dat samen met moslims bidden hem persoonlijk te ver gaat. Hij heeft alle vrijheid zijn geloof zo te beleven, sterker, de Protestantse Kerk moet zich er hard voor maken dat dat blijft kunnen. Tot interreligieuze ervaringen is niemand verplicht. Maar een verbod verdraagt zich slecht met de protestantse traditie, waarin de plaatselijke gemeente grote vrijheid heeft. Het woord betutteling is al gevallen en niet ten onrechte. Bovendien: de contacten tussen protestanten en moslims zijn zo pril dat die niet belast moeten worden met ge- en verboden van bovenaf. In Friesland en daarbuiten verdienen kerkleden ruimte.

Corry Nicolay