Kijken door een plank waar geen gat in is.

Aan beide betekenissen van dit spreekwoordt moest ik bij de Oecumenscihe kerkendag in Berlijn denken. Want door een plank kun je niet heen kijken, maar wel door dat wat die plank laat zien. En dat si belangrijk voor protestantse en katholieke christenen.

Met zo’n 200.000 mensen trokken we in juni van dit jaar door Berlijn. Zo verschillend als we zijn, als voormalig Oost- en West-Berlijners, als Duitsers en andere wereldbewoners, als vrouwen en mannen, als jongeren en volwassenen, als rijke en armere mensen, als mensen van links en mensen van rechts, als katholieke en protestantse Christenen en ook als Moslims en Joden, als heel veel witte mensen en enkele zwarte mensen. Zo met elkaar een veelkleurige massa mensen met veel onderlinge verschillen.

Heel nieuwsgierig was ik naar de manier waarop met al die onderlinge verschillen om zou worden gegaan. Vaak hoor je mensen zeggen: ‘Niet aan beginnen, die verschillen zijn niet te overbruggen’. Maar wanneer je goed kijkt, zie je een verhaal. Zoals in een plank de lijnen vertellen over het groeiproces, over de kleur en de hardheid van de soort waartoe het hout behoort. De vorm zegt iets over de manier waarop die plank door mensen is gezaagd. De plank vertelt dus over de samenhang van hoe iets ontstaan en hoe er mee wordt omgegaan.

Net zoals in Berlijn en hier bij ons, zijn en blijven er historische en gegroeide verschillen tussen mensen. Hoe wordt er met die verscheidenheid omgegaan. Is dit vanuit de overtuiging dat godsdienstige, traditionele en culturele verscheidenheid overbrugd kunnen worden zonder ze te ontkennen? Dat er eenheid tussen mensen kan groeien zonder het in alles eens te zijn?

Het lijkt op een spagaat en het verenigen van niet verenigbare uitgangspunten: eenheid als gelovig en levensbeschouwelijk ideaal, eenheid als dat wat je als mensen met elkaar verbindt; de verscheidenheid: een bestaande realiteit van recht en onrecht, van onderlinge verdeeldheid, historisch gegroeid en verankerd in al dan niet kerkelijke standpunten. Ook een verscheidenheid in dat waar je waarde aan hecht en dus verschillend in wilt blijven.

Het is echter geen spagaat wanneer eenheid tussen mensen de verscheidenheid erkent. Eenheid is dan niet hetzelfde als gelijkheid. Eenheid is dan ook niet het in alles eens zijn. Het bereiken van eenheid vraagt om stappen. Stappen die ook gepaard kunnen gaan met pijn en moeite, omdat ze ingaan tegen die bestaande verscheidenheid.

Door een krachtig proces van individualisering en een grotere bewustwording van wie je bent en hoe je wilt blijven, bestaat de neiging om met beide benen stevig op je eigen grond te blijven staan. Maar wie met beide benen op de grond staat, komt niet ver. Dan kun je geen brug bouwen naar de ander. Als je verschillen enkel hoog houdt, kun je geen verschillen overbruggen. Dan blijft de plank iets waar niet doorheen te zien valt. Verschillen kun je overbruggen, wanneer je elkaar wilt proberen te verstaan. En dan bedoel ik niet enkel letterlijk elkaars taal verstaan, maar vooral het open willen staan voor de ander, elkaar proberen te begrijpen, proberen in te voelen waarom iets belangrijk is voor de ander. De intentie van de ander respecteren, zonder het met alles eens te hoeven zijn. Iemands intentie als christen, moslim, hindoe, jood, humanist en anders denkende mag echter nooit de levens- en geloofsruimte van de ander beschadigen of ontkennen. Belangrijk is het in willen staan voor elkaars levensruimte.

Op de Kirchentag in Berlijn ervoer ik de aloude Pinkstergedachte: elkaar verstaan terwijl je heel verschillend bent. Elkaar verstaan in het ideaal om als mensen op een vredelievende en eerlijke manier samen te leven.

Corry Nicolay is predikant en lid van de Internationale Commissie van de Kirchentag En was in 2003 bij de Oecumensich Kirchentag in Berlijn.