21 september - Internationale Dag van de Vrede.

Het lijkt wel oorlog.

Mijn moeder is 89 jaar en heeft de oorlog van 1940-45 heel bewust meegemaakt. Zij leeft van harte mee met mijn inzet voor een humane behandeling van vluchtelingen die in Nederland verblijven. Mijn moeder zei onlangs: ‘Kind, het lijkt op de oorlog’.

Zij heeft gelijk. Er is door onze regering een oorlogscultuur rond vluchtelingen ontstaan. Door het agressieve beleid van de laatste jaren, moeten asielzoekers onzichtbaar zijn (onderduiken) en anoniem zijn (verraad). Want de laatste tijd spreek ik alleen nog anoniem over mensen die hier met ons leven.(verzet). Dit doe ik omdat het zichtbaar maken van hun namen een reden is hun onverwachts op te pakken. Dit overkomt vrouwen, mannen en kinderen, jonge en oude mensen. Dit gebeurt in onze democratie met haar mensenrechten.
Mijn moeder geeft me regelmatig geld voor enkele mensen die uit Friesland naar de Randstad zijn gevlucht en op straat hun uitspraak 'mogen' afwachten. Dit geld gaat naar een veilig tussenadres waar het opgehaald kan worden. Telefonisch hoor ik dan dat de betreffende man of vrouw het heeft ontvangen. Dit alles draagt de kenmerken van een oorlogscultuur.

In Friesland maak ik de laatste twee jaren als dominee het schrijnende en tegelijk ontroerende mee wat het diepste van de mens raakt.
Zo heb ik ergens in Friesland een vluchtelingenkindje gedoopt, met ouders die uit verschillende landen komen en die in Friesland onzichtbaar leven. Officieel bestaan ze niet, maar God kent gelukkig geen illegale mensen. De ouders wilden hun kindje zo graag laten dopen vooraf aan hun verdere vlucht. Dit betekent veel voor hen. Zij beleven het als een intense steun en grond onder hun voeten. God trekt met hun en hun kindje mee op hun onzekere en schrijnende zoektocht naar een veilige plek op Gods aarde om te kunnen leven. Zo heb ik een onzichtbaar stel interreligieus getrouwd, beiden afkomstig ergens anders uit de wereld. Politiek gezien zijn ze niet erkend en mogen dus volgens onze wet niet trouwen, maar ze willen zo graag samen blijven wanneer ze straks verder moeten vluchten. Omdat Gods Zegen de Nederlandse wetten verre overstijgt, heb ik het als dominee gedaan. Na een ontroerend liefdevolle trouwdienst ergens in Friesland, heeft het bruidspaar een zelf gemaakt Trouwpapier ondertekend, met ook een handtekening van mij als PKN predikant. Dit dragen ze bij zich, met hun hoop en gebed dat ze bij elkaar kunnen blijven in hun verdere leven. In het jaar 2000 haalde ik samen met Omrop Fryslân TV een Koerdische familie uit een spoorwegtunneltje in Heerenveen: moeder, vader en hun kinderen, waaronder twee jonge meisjes. Het op straat zetten van vrouwen, mannen en kinderen leek toen een incident, maar gebeurt nu regelmatig.

Twee dingen vallen op:

  1. Ruim 20 jaar geleden maakte ik mensen zichtbaar met hun gezicht en naam, om voor hun recht te kunnen strijden. De laatste jaren moeten veel mensen in Nederland onzichtbaar blijven. Zichtbaar en dus herkenbaar worden heeft een groot risico voor oppakken, snel de zaak er door jassen en uitgewezen worden. Hoe verhoud zich dit tot democratie én mensenrechten?
  2. Bij een doopdienst, trouwdienst of ander ritueel springen echt heel veel mensen belangeloos bij. Zij verzorgen van alles gratis om van zulke vieringen iets kostbaars te maken. Hierover heb ik verteld bij NCRV-TV in Schepper & Co op 2e Paasdag, wat een storm van steunende reacties opriep.

Bovendien heeft de Raad van Kerken in Nederland een brief geschreven aan de Vaste Kamercommissie voor Justitie en Vreemdelingenzaken. De Raad constateert dat veel gemeenschappen, ook uit Friesland, vertellen over de onvoldoende opvang en inhumane behandeling van mensen.

Aan een klein stukje van dit grote onrecht kan recht worden gedaan door een Specifiek Pardon voor de mensen die nog onder de oude vreemdelingenwet (voor april 2001) vallen. Daarom sta ik helemaal achter dit Specifiek Pardon.

Corry Nicolay