Moslim, Hindoe, Jood, Christen: ieder mens is kostbaar in Gods ogen

Vanuit Leviticus 19: 33 en 34 en Filippenzen 2: 1 t/m 5

Vandaag de dag leven christenen, moslims, joden en hindoes samen in Nederland. Wat is onze houding tegenover moslims, joden en hindoes? Welk beeld dragen we uit van het christelijk geloof door onze houding, door ons spreken en handelen? Wie ontmoet de ander in ons als medemens? Is het veilig toeven bij ons?

In Leviticus 19 wordt het volk Israël opgeroepen de vreemdelingen die bij hen wonen niet te onderdrukken. Beschouw haar en hem als een mens die onder u is geboren. En waarom? ‘U zult hen liefhebben als uzelf, want u bent vreemdeling geweest in het land Egypte’. De tekst wijst op het eerlijke omkeereffect. Namelijk: omdat u zelf weet hoe erg het is om een onderdrukte vreemdeling in Egypte te zijn, omdat Ik als God u heb bevrijd, dáárom zult u de vreemdeling onder u dezelfde vrijheid en levensruimte geven die ook voor uzelf zo belangrijk is. In het Nieuwe Testament gebruikt Jezus voor deze Goddelijke leefregel de volgende woorden: ‘Gelijk u wilt dat u een ander doet, doet u hen evenzo’. (Mt.7:12, Lc.6:31) Met andere woorden: zoals we zelf behandeld willen worden, zo moeten we ook de ander behandelen. De leefregel wordt ons gegeven. De keuze is echter aan onszelf wat wij ermee doen. Wat merkt vandaag de dag de moslim, jood en hindoe daarvan?

Tijdens zijn gevangenschap schrijft de apostel Paulus een hartelijke brief aan de christenen in Filippi. Hij vraagt hen nadrukkelijk om te leven vanuit een gezindheid en houding zoals Jezus hen heeft voorgeleefd en uitgelegd. Sleutelwoorden zijn hierbij: bemoediging en liefde. En waarom? ‘Omdat wij allen één zijn in Christus’, vindt Paulus.
Nu is één zijn, niet hetzelfde als het eens zijn met elkaar. Dit geldt voor mensen van vroeger, maar ook voor ons die nu leven. We kunnen één zijn in Gods bedoeling met ons mensen, namelijk samenleven in vrede, vrijheid en heelheid. Ons eerste doel kan niet zijn om anderen aan ons gelijk te maken, maar wel om aan medemensen Gods liefde voor ieder mens uit te dragen door ons spreken en handelen. Het gaat dus niet om gelijkvórmigheid, wel om gelijkwáardigheid.

Voor de doorsnee moslims, joden en hindoes is dit uitgangspunt een bekende geloofsgedachte. In de Islam wordt Jezus beleden als heilig en profeet van God. De Hindoes belijden in Jesus één van de menswordingen van God op aarde. In de islamitische en hindoestaanse geloofsboeken staat de bergrede van Jezus opgenomen. Joden wachten nog op de messias, maar kennen de woorden uit Leviticus.
De vraag is of christenen, moslims, joden en hindoes elkaar kunnen helpen om te leven vanuit Gods bedoeling met mens en aarde. Ik geloof van wel. Pas wanneer gelovigen in zorg en aandacht voor elkaar leven, begint de zoektocht naar dat waarin we čn sterk čn kwetsbaar zijn; ieder ons geloof. Wie de drempel van geloofsverschillen wil betreden, ziet over de opgebouwde mensenmuren heen en ontdekt Gods ruime wereld voor mensen, allemaal mensen door God geschapen en bemind.

Corry Nicolay is PKN predikant en werkt vanaf 1980 samen met mensen uit verschillende geloven.