Intergratie: werkwoord & proces.

Onze moderne situatie: twee mensen met een blinddoek voor ogen tasten met hun handen af wat zich direct vóór hen bevindt. Het is iets groots. De één zegt: wat ik ervaar (de slurf), is de waarheid. De ander zegt: wat ik ervaar (de staart), is de waarheid. Tenslotte zegt een derde: wat jullie beiden ervaren is de waarheid ! Jullie beiden voelen namelijk een olifant. Ieder ervaart een stukje van dat geweldige dier. In onze moderne situatie ontbreekt regelmatig iemand die als ‘derde’ kan fungeren en verbindingen legt.

Het woord ‘integratie’ roept gedachten op over de actuele discussies rond achterstandswijken, allochtonen, asielzoekers, inburgering, relatie tot moslims, etc. Het taboe op deze onderwerpen is inmiddels wel doorbroken, het gesprek mét elkaar en de inzet vóór elkaar is op allerlei niveaus gaande. Wel bracht die doorbraak meer aan het licht over onze samenleving. Zoals de grote afstand die bestaat tussen politiek en samenleving, tussen regeerders en burgers, tussen religies onderling, tussen oude en nieuwe Nederlanders, tussen burgers onderling. Een eerste stap in de richting van het overbruggen van die afstand, is elkaar op te zoeken voor kennismaking en gesprek. Het is de eerste stap in het proces dat ‘integratie’ heet.

Integratie betekent volgens het woordenboek: ‘het samenvoegen van onderdelen tot een samenhangend geheel’. Dus integratie is niet gelijkmaken, maar wel een proces waarin de verschillen een samenhangend geheel gaan vormen. Bij verschillende n culturen kun je dan denken aan een multiculturele samenleving. En dit gaan niet zomaar en spontaan. Dit is ook lastig (zie parabel begin) omdat niemand een recept noch een afgerond beeld heeft van hoe het precies zal gaan. Daarom is integratie een werkwoord, een woord dat een beweging aangeeft, een woord wat een positieve inzet van mensen en van de politiek vraagt. Integratie is ook een verleidelijk woord, omdat het ook iets suggereert als gaaf, heel, volledig, één!

Het is getalsmatig overduidelijk dat gelovigen (of Kerken) in Nederland slechts één van de vele partijen zijn als het gaat om de samenleving. Niet langer kunnen gelovigen ‘een machtswoord’ hanteren. Alleen een beter of sterker argument zal anderen kunnen overtuigen. Dit vraagt om een leerproces bij gelovigen tot acceptatie van deze nieuwe situatie, ook wat de beleving van eigen geloof betreft. Niet langer hebben gelovigen als een vanzelfsprekendheid het gelijk aan hun kant, niet langer volstaat het om geloof als enkel een innerlijke overtuiging te beleven. Wel is het belangrijk dat de gelovige levenshouding ook in de samenleving wordt verwoord en verantwoord. En dit moeten we als gelovigen en Kerken leren. Verrassend is het dat er vanuit de samenleving hernieuwde aandacht is voor religie en spiritualiteit. Hier liggen gouden kansen. Doorslaggevend is hierbij dat integratie een werkwoord en proces is dat alle inwoners van Nederland aangaat.

Corry Nicolay is PKN predikant interreligieuze communicatie.